Keerpunt 1: Laten we van de nood een deugd maken
02 mrt 19
Natuurlijk is er veel waardering voor de zorg die nu aan de frontlinie verleend wordt. We doen namelijk waar we altijd goed in zijn: onvoorwaardelijke aandacht en inzet voor mensen in nood. Dat is van alle tijden en blijkbaar niet vatbaar voor de steeds verdergaande individualisering. Sociale eenheid en innovatievermogen blijken ook nu weer de motoren om de crisis het hoofd te bieden. Ik ben trots op ons.In de gezondheidszorg draait het nu vooral om acute, intensieve behandeling en het (thuis) verzorgen en verplegen van kwetsbare burgers. Om de beschikbaarheid daarvan optimaal te houden en verdere besmetting te voorkomen, wordt de rest van de zorg op een heel laag pitje gezet. In de cure en paramedische zorg betekent dat meer dan de helft minder en voor enkele disciplines is er sprake van een volledige stop. Ondanks hun solidariteit met collega’s aan het complexe en acute bed, zullen de professionals die hierdoor geraakt worden zich terecht zorgen maken. De vraag hoe het straks verder moet, kan in tijden van crisis niet gemakkelijk gesteld worden. Dat lijkt dan egoïstisch. Dus berust je bescheiden, maar wel zwetend, in de uitkomst van een onduidelijke toekomst.
In ons zorgbestel zoeken we daarentegen al heel lang naar oplossingen voor een impasse. Het macrobudget loopt niet in de pas met de toenemende complexiteit en hoeveelheid van de zorgvraag. Daarnaast veroorzaakt innovatie van zorg ten gunste van steeds betere zorguitkomsten een uitgavengroei in medicatie, hulpmiddelen en behandeling. We staan voor wat betreft de kwaliteit van zorg wereldwijd in de top 5. Die positie wordt zonder tussenkomst onbetaalbaar. We draaien met wisselend effect hard aan de ‘knoppen’ van het basispakket, de volumegroei, de kostprijzen en de productiviteit. In hoofdlijnenakkoorden probeert de overheid zorgaanbieders en zorgverzekeraars te binden aan matigheid en zinnigheid. Door de crisis lijkt deze kwestie achterop te raken, terwijl we allemaal weten dat er geen beter moment is voor een doorbraak in denken en doen.
Dus laten we van de nood een deugd maken. We hebben nog 9 maanden voor nieuwe contracten vanaf 2021. Deze crisis leert ons dat de burger vraagt om meer contact. We moeten inzetten op aanvaardbare beschikbaarheid van volume; dichtbij de zorgvrager. Dat is goed voor zorguitkomsten én goed voor preventie. We moeten volumegroei daarom niet primair zien in termen van meer behandelingen en uren, maar vooral in meer contacten en antwoorden.
De bal ligt bij de zorgaanbieders; zij kunnen een doorbraak realiseren. Deze crisis leert ons namelijk ook dat we lokaal de handen ineen kunnen slaan. Dat gezamenlijke verantwoordelijkheid tot continuïteit en innovatie leidt. Dat we ondanks financiële schotten middelen en mensen kunnen delen. We denken lokaal en regionaal en we blijken in staat te zijn budgetten het volume te laten volgen. Er is geen beter moment om inhoud en vorm te geven aan De Juiste Zorg op de Juiste Plaats.
Wilbert van den Winkel,
partner Bureau Obelon
25 maart 2020