Keerpunt 5: Transitie vergt een veilige haven.
08 jun 20
Juiste Zorg op de Juiste Plaats (JZOJP) vraagt om een grote inspanning. Vertrouwde werkwijzen en taken in de zorg moeten fundamenteel veranderen. De huisarts vervangt de specialist, de wijkverpleegkundige de huisarts, de paramedicus de GGD, etc. Het ambulante werkveld van zorg en welzijn moet nieuwe oplossingen vinden op laag-complexe, chronische en preventieve zorgvragen. Het zijn de professionals die het moeten doen en het is daarom hoog tijd om manieren te vinden om hen te helpen bij het realiseren van de noodzakelijke vernieuwingen.De opgave is niet nieuw. Al decennia lang proberen we te sturen op integrale zorg, substitutie en ontschotting, maar telkens loopt het vast. We moeten daarom meer aandacht hebben voor de kloof tussen innovatie en beleid enerzijds en de praktijk anderzijds.
Beleidsmakers maken regelmatig de fout te denken dat het met de haalbaarheid van veranderingen wel goed zit als de koers op basis van meningen uit het veld is gekozen. Dat werkt niet omdat de goedbedoelende manager die koers op zijn eigen wijze gaat ‘implementeren”. In plaats van dat hij een beroep doet op zijn professionals als probleemoplosser en innovator maakt hij zijn organisatie daarbij tot object. Er is bovendien een groot verschil tussen wat een beroepsgroep wil en wat in de praktijk kan: tussen denken en doen. Dus hebben we bergen van noodzakelijke veranderingen en ambitieuze vernieuwingen en ravijnen vol teleurstellingen en opgedroogde pilotervaringen.
JZOJP richt zich op samenwerkingsverbanden tussen professionals/zorgaanbieders. De toekomst is verpakt in convenanten, nationale programma’s en inkoopkaders: het moet anders, beter en zinniger. Innoveren in de zorg lukt echter slecht als het bovenaan begint. Het raakt de professionele autonomie en beïnvloedt de mix van tradities, standaarden, systemen en soms de bestaanszekerheid. Van bovenaf is het daarom moeilijk de professional in beweging te krijgen. Als professionals hun verantwoordelijkheid nemen en daarbij gefaciliteerd worden, komt innovatie wel in een versnelling. De eeuwige vraag blijft hoe je dat voor elkaar krijgt.
Om resultaat te boeken moet beleid vooral aansluiten op de dagelijkse praktijk van professionals; op hun agenda en ambities. Dan pas kan de vertaalslag van generieke kennis naar de praktijk effectief worden gemaakt. In Nederland gebruiken we veelvuldig de methode van selectief uitproberen (pilots) en verwachten dan implementatie door olievlekwerking. Als verander methode is daar niets mis mee, maar het maakt van innovatie een laboratorium, en verliest de aansluiting bij de veranderlijkheid elders uit het oog. Buiten de pilots blijken er vaak oplossingen te bestaan die beter passen. In pilots bewezen oplossingen zijn vrijwel nooit zonder meer te kopiëren.
Zelfs in deze crisistijd ervaren professionals dit spanningsveld: genoeg perspectieven, maar te weinig gelegenheid ze te realiseren.
Dit brengt ons bij een cruciaal punt. De noodzaak van JZOJP is alom erkend en toch ervaren zorgverleners weinig mogelijkheid daarheen te bewegen. Dat ligt aan de resources (menskracht, gebouw, financiering, etc.), maar het meest aan het gebrek aan zekerheid en steun. We verwachten een hoog probleemoplossend vermogen van professionals maar weten dat niet passend te faciliteren.
Om een doorbraak te bereiken is het nodig een veilige haven (‘safe haven’) te bieden om de transformatie mogelijk te maken. Een veilige haven: ook voor extreem weer, met voldoende voorzieningen aan wal en een droogdok om het vaartuig te verbeteren. Professionals en zorgaanbieders van wie we een transformatie verwachten moeten we dezelfde veiligheid bieden. Gezamenlijk zijn we verantwoordelijk voor de maatschappelijke opgave, maar jullie professionals moeten het doen: jullie bepalen gezamenlijk de route, de organisatie en de middelen. Collectief zorgen we voor de faciliteiten en beschermen we onderweg de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg.
In een veilige haven zorgen we dat professionals en zorgaanbieders lokaal nieuwe zorgarrangementen kunnen ontwikkelen en hun vak en praktijkorganisatie daarop aan kunnen passen. We faciliteren dat met kennis, randvoorwaarden, beleid en financiële zekerheid. Als we dit goed doen mogen we rekenen op dezelfde kwaliteit met een betere beschikbaarheid van zorg en maatschappelijke ondersteuning. Daarom moeten wij ook bereid zijn de financiering en controle vroegtijdig te flexibiliseren, zodat ruimte ontstaat voor de vernieuwing.
Het realiseren van de juiste zorg op de juiste plaats gaat niet over een ‘onsje meer of minder’. Het is een transformatie die alle geledingen raakt. Geef professionals en zorgaanbieders het vertrouwen vooraf, maak hen verantwoordelijk voor het resultaat en biedt een veilige haven voor verandering. Als we de sturing en begeleiding van deze cruciale transformatie zo inrichten kunnen we koers van de mammoettanker die het huidige zorgstelsel is, echt wijzigen.
Wilbert van den Winkel
partner Bureau Obelon
8 juni 2020