Een korte terugblik

1977: Oprichting

Obelon werd opgericht door vier afgestudeerden bedrijfssociologie/ bedrijfskunde die tijdens hun studie al een sterk werkverband hadden gevormd. Ze waren geïnspireerd door de benadering van hoogleraar Jan Buiter die bekend stond als de ‘Rotterdamse school’. Deze benadering impliceert kortcyclisch’ onderzoek dat vooral gericht is op het creëren van onderbouwde handelingsperspectieven. Met de naam ‘Obelon’ (Onderzoek voor Beleidsondersteuning) wilden de oprichters hun missie uitdrukken: een professioneel werkverband dat helpt bij het maken van keuzes over koers (beleid) en vorm (structuurvragen)

1980 - 2000

Obelon bouwde snel een goede naam op als een jong Rotterdams bureau dat niet alleen kennis en inzicht verschaft, maar ook veel voor elkaar krijgt. Ze hielpen gemeentelijke instellingen bij vragen rond het kunstbeleid en musische vorming en zorgden als fusiecoördinator voor het totstandkomen van verschillende Riagg’s (Regionale Instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg).  

 

In de ’80- er jaren werkte Obelon nauw samen met Gerard Endenburg, de geestelijk vader van de sociocratie, een nog steeds relevante visie op besluitvorming. Obelon werd de invoerkring van het sociocratisch centrum en begeleidde veel organisaties bij de invoering van het sociocratisch kringmodel. Desgevraagd besloot het bureau om niet geheel in het centrum op te gaan. Endenburgs gedachtengoed heeft het denken van Obelon over gelijkwaardige besluitvorming en sturing echter sterk beïnvloed.  

2000 - 2010

Vragen van Rotterdamse huisartsen, verenigd in de OSER (Overleggroep Samenwerkingsverbanden Eerstelijn Rotterdam) waren het begin van een jarenlange, intensieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van de eerste lijn in Nederland. Het bureau ontwikkelde en ondersteunde gezondheidscentra, richtte ondersteuningsorganisaties en huisartsenposten op en hielp bij werkdruk- en managementvragen. Het voerde het interim-management van de landelijke vereniging (LVG) en droeg bij aan het landelijk model voor samenwerkingsovereenkomsten en de CAO in opdracht van de LWG (Landelijke Werkgevers Gezondheidscentra).  

 

Naast samenwerkingsverbanden in de eerste lijn werden veel projecten uitgevoerd voor organisaties van deelnemende disciplines zoals instellingen in het sociale domein (algemeen maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk) en de VVT (verpleging, verzorging en thuiszorg). De aandacht in het sociaal domein ging vooral uit naar de bestuurlijke relatie gemeente welzijnswerk en doelgroepgerichte beleidsontwikkeling. In de VVT werd vooral bijgedragen aan de samenhang wijkverpleging, gezinszorg door organisatorische en professionele samenwerking. 

2010 - 2020

In deze periode verbreden eerstelijnsopdrachten zich enerzijds naar nieuwe opdrachtgevers zoals gemeenten en koepelorganisaties en anderzijds doen zich nieuwe vraagstukken voor, vaak gericht op transmurale samenwerking. Opdrachten focussen zich vooral op nieuwe zorgsectoren zoals de palliatieve zorg en de geboortezorg. In beide sectoren voert Obelon strategische opdrachten uit. In de geboortezorg begeleidt ze een groot deel van de landelijke pilots ‘integrale geboortezorg’. In de palliatieve zorg begeleidt Obelon een groep pioniers en worden samen met de Erasmusuniversiteit onderzoeken gedaan naar palliatieve netwerken en palliatieve zorg door huisartsenposten. In opdracht van de Nederlandse Federatie van UMC’s wordt bijgedragen aan het ontwikkelen van een Nationaal Programma Palliatieve Zorg. 

In de periode 2016-2017 helpt Obelon de landelijke partijen in de VVT (Patiëntenfederatie, V&VN, Actiz, Zorgverzekeraars) op basis van regionale raadplegingen met verpleegkundigen en verzorgenden met het ontwikkelen van een Kwaliteitskader wijkverpleging.  

2020 en verder

Vanaf 2020 wordt de koppeling tussen zorg en het sociaal domein steeds belangrijker voor het bureau. Zo worden er verschillende opdrachten voor regionale samenwerkingen tussen gemeenten en zorgpartijen gedaan. De geboortezorg blijft, net als de VVT, een belangrijke pijler. Daarnaast blijft de expertise rondom medisch specialistische zorg en huisartsenzorg van belang. In de VVT wordt zowel voor verzekeraars en zorgkantoren als voor zorgorganisaties gewerkt aan optimale vormen om de transitie van de ouderenzorg te begeleiden. In de medische specialistische zorg wordt gewerkt aan regionale vraagstukken rondom de beschikbaarheid van (acute) zorg.